‘Wezembeek-Oppem mist Gemütlichkeit’
04/02/25
Net 40 jaar geleden vertrok Veerle Vandenplas (65) uit Wezembeek-Oppem. Ze ging richting Wenen, haar passie voor de klassieke muziek achterna. Vandaag koestert ze de Oostenrijkse Gemütlichkeit en de open natuur van haar nieuwe thuisland. ‘Officieel ben ik nog steeds Belg, maar zelfs de Nederlandse taal spreken is een opgave. Ik denk in het Duits’, vertelt ze.

Veerle Vandenplas (65) ruilde Wezembeek-Oppem voor Oostenrijk
Veerles vader Fons speelde orgel in de kerk, en haar broer Koen is nog steeds een vaste bezoeker van de Kam. De familie Vandenplas is bekend in Wezembeek-Oppem. ‘We waren thuis met 6 kinderen’, zegt Veerle. ‘Ik heb 3 broers en 2 zussen, waarvan één zus overleden is. Mijn vader overleed in 2016, maar mijn moeder woont nog in het woonzorgcentrum in Wezembeek.’
Wat bracht je ertoe om Wezembeek-Oppem te ruilen voor de Oostenrijkse hoofdstad Wenen?
Veerle Vandenplas: ‘De muziek. Mijn vader koesterde een grote liefde voor klassieke muziek, van Schubert tot Mozart. Ik erfde zijn passie en studeerde muziekpedagogie in België. Maar ik wilde mijn horizon verruimen, weg uit België, en besloot in Wenen muziektherapie te gaan studeren. Ik kreeg een studiebeurs en slaagde voor het ingangsexamen terwijl ik amper een woord Duits begreep of sprak.’
‘Toegegeven, het was een moeilijke tijd. Met een woordenboek in de hand trok ik mijn plan, maar het was vooral behelpen. Het was geen liefde op het eerste gezicht met het land, dat gevoel is door de jaren heen gegroeid. In 1992 leerde ik mijn huidige man kennen. Tot 3 jaar geleden woonden we in Wenen. Toen we uit ons appartement moesten en hij met pensioen ging, zijn we verhuisd. Naar de rust van het platteland: het dorpje Maria Taferl. (Voor de Oostenrijkkenners: Maria Taferl ligt aan de oevers van de Donau, ruwweg tussen Wenen en Linz, red.).
‘Ik ben vandaag zelf gedeeltelijk met pensioen, en geef nog deeltijds piano- en gitaarles in een muziekschool. Ik heb hier in Oostenrijk mijn hele beroepscarrière muziekles gegeven.’
Voel je na 40 jaar nog een band met Wezembeek-Oppem?
‘Ja, toch wel. Ik ben er opgegroeid en heb goede herinneringen aan mijn jeugdjaren. Ik kom er ook nog om familie te bezoeken, en ik telefoneer trouwens elke dag met mijn moeder. Ze staat erop dat ik Nederlands praat, dat helpt me mijn moedertaal te onderhouden. Maar ik merk dat ik toch heel wat taalgevoel verlies.’
Mis je Wezembeek-Oppem ook een beetje?
‘Nee, dat niet. Het leven is er naar mijn gevoel veel te hectisch. Hier in Oostenrijk heerst de Gemütlichkeit. Het gaat er hier veel minder gejaagd aan toe. Wij leven rustig. Al heeft dat ook wel zijn nadelen, de bureaucratie gaat hier bijvoorbeeld heel erg traag. Als je iets van officiële papieren nodig hebt, moet je geduld hebben. Mijn man verdraagt dat allemaal, die is zelf ook heel erg gemütlich.’ (lacht)
‘De natuur en de rust van waar we nu wonen zou ik niet meer kunnen missen. Maria Taferl telt 900 inwoners, verdeeld over 5 dorpjes. De huizen liggen ver uit elkaar en de vergezichten zijn prachtig. Dat vind je niet in Wezembeek-Oppem. Wat ik wel mis, is de lekkere Belgische keuken. Het Oostenrijkse eten is altijd overdadig, met veel vet en suiker. Zware kost dus. Terwijl ik van lichte nouvelle cuisine hou. Ik probeer thuis zelf Belgische kost te maken, maar als mijn man kookt, is het op zijn Oostenrijks. Ach, dat neem ik er graag bij.’
Ben je vooral Oostenrijker of toch nog ergens Belg?
‘Vooral Oostenrijker. Officieel heb ik nog steeds de Belgische nationaliteit, maar ik spreek en denk in het Duits. Als ik Nederlands praat, komt dat niet meer natuurlijk. Ik moet vertalen vanuit het Duits.
Zijn er naast de Gemütlichkeit nog dingen die je opvallen aan de Oostenrijkers?
‘Het moet allemaal niet perfect zijn. En als het vandaag niet kan, dan is het voor morgen. Een voorbeeld? In België studeer je enkele jaren en dan ga je werken. Hier in Oostenrijk kan je wel 20 jaar lang studeren, zonder probleem. Terwijl je dat combineert met werk bijvoorbeeld. Het hoeft allemaal zo snel niet te gaan. Wat me ook opvalt, is dat er nog steeds een grote loonkloof is tussen mannen en vrouwen. Vrouwen verdienen beduidend minder voor hetzelfde werk. De overheid werkt daar wel aan, maar dat verander je niet zomaar van de ene dag op de andere.’
Oostenrijk komt tegenwoordig wel vaker in het nieuws met binnenlandse politiek. Het radicaal-rechtse FPÖ won er de verkiezingen. Baart jou dat zorgen?
‘Oostenrijkers koesteren hun heimat en tradities. Ze vrezen dat de instroom van vluchtelingen uit andere landen hun manier van leven onder druk zal zetten. Daar zijn ze heel gevoelig voor. Daardoor verrechtst de samenleving. FPÖ is nu de grootste partij van het land. Ik begrijp die angst ergens wel, en ik begrijp ook dat Oostenrijkers een oplossing willen voor de vluchtelingenstroom. Maar de manier waarop radicaal-rechts de dingen wil aanpakken, is heel brutaal. Dat vind ik bijzonder jammer. Zo werkt politiek niet.’
Tekst: Bart Claes
Foto: ©VV
Uit: uitgekamd februari 2025