Gemeenschapskrant

Jos van Immerseel stelt Frans klavecimbelrepertoire voor

06/04/23

Met drie albums vol Franse klavecimbelmuziek uit de 18e eeuw blijft Jos van Immerseel intrigeren. Maar een vos verliest zijn streken niet. Geen gesprek dus over de muziek van toen zonder een uiteenzetting over de mankementen van nu. ‘Onze conservatoria zijn niet streng genoeg'.

Jos van Immerseel
© Tine De Wilde

Vorig najaar speelde Jos van Immerseel in GC de Lijsterbes een pianoprogramma met muziek van de jonge Beethoven. Straks staat de Belgische meester in GC de Kam met Franse klavecimbelmuziek. Het wordt een bloemlezing uit een nieuwe driedubbele cd die hij opnam in het Musée de la Musique in Parijs. De reden waarom hij naar een museum afzakte om de muziek in te blikken ligt voor de hand: het is één van de weinige plekken waar nog 18e eeuwse klavecimbels te vinden zijn. ‘De allermooiste ter wereld’, begint hij meteen over de Hemsch, de Goujon en de Ruckers-Taskin, stuk voor stuk genoemd naar hun ontwerpers en klassiekers in de klavecimbelwereld.

‘Veel instrumenten zijn kapot gegaan. Deze drie klinken fantastisch en hebben prachtige decoraties. Het belangrijkste is dat ze in perfecte staat zijn, een unicum in Europa, want de instrumentenmusea zijn overal een schande. Meestal staan er alleen oude bakken waar niet op gespeeld wordt.’

Instrumenten moeten leven. ‘Het verschil met vroeger is dat ze toen niet in een museum stonden, maar in een ruimte met goede akoestiek. De mensen van het museum in Parijs zijn daar mee begaan.’ De opnames vonden vorig jaar in november en december plaats, één dag per cd en klavecimbel.

Water bij de wijn

Tijdens de huidige tournee speelt van Immerseel niet op deze originele instrumenten, want die mogen uiteraard het museum niet uit. ‘Ik ga deze Franse klavecimbelmuziek spelen op een Duits instrument uit mijn eigen collectie: een Matthias Griewisch, gebouwd naar het voorbeeld van Michael Mietke, de klavecimbelbouwer waar Bach de grootste bewondering voor had. Hij maakte ook instrumenten voor de Pruisische vorst Frederik De Grote, een groot muziekliefhebber. Het instrument in kwestie is natuurlijk ook beïnvloed door de Franse stijl. Toen waren er ook enkele Franse types, maar dat bleken minder goede instrumenten te zijn.’

‘Sommige vinden me waarschijnlijk fanatiek en tegendraads, maar in de praktijk moet je voortdurend water bij de wijn doen. Nieuw is dat niet. Als Händel vroeger naar Londen reisde, speelde hij ook niet op een Duits klavier, maar op een Engels instrument.’

Heeft hij de keuze van het repertoire ook aan de instrumenten aangepast? ‘Ja en neen. Het is 18e eeuwse Parijse klavecimbelmuziek. Als je het in die tijd over Franse had, dan bedoelde je natuurlijk Parijse. Op de Hemsch (en de eerste cd uit de box) speel ik werk van Marchand, Couperin en de jonge Rameau. Op de Ruckers-Taskin (en de tweede cd) komt naast de latere Rameau ook Forqueray aan bod en op de Goujon (en de derde cd) weerklinken Duphly, Balbastre en Couperin.’

Levende en dode muzikanten

Als je van Immerseel gefascineerd hoort vertellen over hun repertoire, vraag je je af waarom het niet meer hedendaagse muzikanten aanspreekt. ‘De opnames op deze instrumenten zijn minstens dertig jaar geleden gemaakt. Door mensen die nu dood zijn. Klavecinisten zoals Gustav Leonhardt en Kenneth Gilbert waren toen erg nieuwsgierig en ze werkten met zeer goede instrumenten. Maar hun opnames zijn niet meer te verkrijgen en worden ook niet heruitgegeven.’

Van Immerseel lijkt nu pas goed op dreef te zijn gekomen. ‘Ik houd het kort: jonge muzikanten zijn lui. Ze tonen geen interesse, hebben geen open blik en zijn veel te snel tevreden. Ze spelen bovendien op middelmatige instrumenten zonder het te weten.’ Maar als de situatie echt zo rampzalig is als Van Immerseel schetst, ligt het dan wel aan de jongeren, of hebben ook de tijdsgeest en het onderwijs er iets mee te maken? ‘Onze conservatoria zijn niet streng genoeg. Op campus deSingel waar de Antwerpse conservatoriumstudenten lessen volgen, hangt in grote letters: ‘Hier worden artiesten geboren’. Eigenlijk had er moeten staan: ‘Hier worden artiesten in spe gedood.’’

Idiotenvorming

‘Vooraleer eind 18e eeuw de eerste conservatoria ontstonden, gingen mensen het ambacht leren bij een muzikant waar ze veel achting voor hadden. Nu lopen muzikanten blind binnen in het conservatorium dat het dichtst bij hun geboortestad ligt. Dat systeem zit fundamenteel fout. Verdi © TDW wees er al op toen ze hem vroegen een studieplan te maken voor het conservatorium van Milaan: ‘Je hebt geen studieplan nodig, maar een goede directeur en goede leraars.’

Wat hij daar dan zelf tegenover heeft gesteld? ‘Ik heb de dingen altijd deftig proberen te doen. Ik heb dertig jaar les gegeven en in die tijd toch een paar honderd (klavecimbel)alumni afgeleverd, gemiddeld zo’n vijftien per jaar. Nu studeert er één klavecinist af per jaar. Ik zie het maar op één manier goed komen: van nul beginnen, slogans vermijden en alles tot op de kern onderzoeken.’ Van Immerseel wordt dit jaar 78.

Tekst: Tom Peeters
Foto: © Tine De Wilde
Uit: uitgekamd april 2023

Meer nieuws

  • Gemeenschapskrant

    Palliatieve zorg met een glimlach

    18/03/24

    ‘België mag trots zijn. Het is het enige land ter wereld waar patiëntenrechten, palliatieve zorg en euthanasie wettelijk geregeld zijn’, stelt professor Wim Distelmans. Hij is de bezieler van het enige expertisecentrum Waardig Levenseinde in België en Europa. Distelmans trekt aan de alarmbel. De palliatieve thuiszorg heeft op korte termijn extra middelen nodig.

  • Uit het centrum
    (c) paul Viaene

    Tom Robinson - 8 maart 2024

    14/03/24

    Wat een geweldige sfeer bracht deze artiest.

  • Gemeenschapskrant

    ZVK Racing Utax breidt uit met veteranenploeg

    07/03/24

    Goede sfeer op en naast het veld

    Het gaat goed met de Wezembeekse zaalvoetbalclub ZVK Racing Utax. Een nieuwe instroom van leden leidde tot de beslissing om volgend seizoen (2024-2025) naast de eerste ploeg ook een veteranenploeg van 30-plussers op te richten. Nieuwe spelers zijn dus zeer welkom.