Gemeenschapskrant

Van 1 tot 8 oktober is het Week van de Dyslexie

05/10/22

Haast in elke klas zitten kinderen met leerproblemen. De labels zijn talrijk: dyslexie, dyscalculie, dysgrafie, dysfasie, dyspraxie. Er wordt ingezet op stimulering, compensering, remediëring, differentiëring of dispensering … in de hoop dat deze leerlingen ooit een diploma behalen dat aansluit bij hun talenten.

Leven met zo’n stoornis is in onze kennismaatschappij verre van eenvoudig. Hilde Swinnen lijdt aan dyslexie. Moedig getuigt ze van haar strijd. ‘Al heel mijn leven kamp ik met lees-, schrijf- en rekenproblemen. Vaak mijd ik moeilijke woorden als ik praat, want die krijg ik meestal niet vlot uitgesproken. Dyslexie is zo’n woord.’

Slechte start

‘Toen ik amper twee was – ik ben geboren in 1959 – raakte ik via mijn grootvader besmet met tuberculose en belandde ik voor een periode van achttien maanden in een Franstalig sanatorium in Waver. Niet meteen een goede start voor mijn taalvaardigheid wat het Nederlands betrof … Ik ben de jongste van een gezin met vier kinderen. Eenmaal terug thuis van het sanatorium, merkte ik dat alle aandacht naar mijn iets oudere zus ging. Marleentje had namelijk een hersentumor, wat om voortdurende opvolging vroeg. Mijn moeder koos in diezelfde periode ook voor een nieuwe relatie, waardoor er nog minder tijd overbleef voor de andere kinderen.’

‘Mijn moeder ervaarde mijn leerproblemen in de eerste klas als een extra last. Van haar kon ik geen steun verwachten. Dat klinkt niet aardig, maar voor mij was het de harde realiteit. Toevallig hoorde mijn moeder een vriendin praten over de psychiatrische inrichting in Lovenjoel. De zwakbegaafde dochter van die dame ging er naar de Ave Regina-school, een internaat waar bijzonder onderwijs werd georganiseerd. Mijn moeder vond dat dat ook voor mij een goede oplossing zou zijn.’

Nummer 110

‘Van 1970 tot 1979 leefde ik tussen mentaal minderbegaafde kinderen. Ik had het gevoel dat ik tien jaar lang werd vergeten. Een periode waar ik liever niet aan terugdenk. We zaten letterlijk opgesloten: overdag stonden we onder toezicht en ’s nachts werd de deur van de slaapzaal op slot gedraaid. Ik was er het nummer 110. Dat nummer stond in mijn uniform genaaid, een eenvoudig blauw-witte jurk met een schort. Zelfs eigen slips waren niet toegestaan. Pas na veel gehuil en gedoe mocht ik mijn eigen ondergoed dragen.’

‘Met mijn leerprobleem zat ik samen met kinderen die zo agressief konden zijn dat ze in de isoleerkamer moesten afkoelen. Of kinderen die zo hard met hun hoofd tegen de muur bonkten dat ze continu een helm moesten dragen. Er waren bijvoorbeeld ook kinderen die aan epilepsie leden. Als kind kon ik wat ik daar allemaal zag moeilijk plaatsen, maar het was me wél duidelijk dat ik niet thuishoorde in de groep. Ik was een stil, rustig kind. Ik was een van de gemakkelijke, en werd dus over het hoofd gezien.’

Eeg-onderzoek

‘Daar kan ik me vandaag nog heel boos om maken: dat niemand van het instituut in die tien jaar tijd de moeite nam om na te gaan wat er echt met mij aan de hand was! Dat mijn moeder me erheen stuurde, kan ik nog begrijpen – zij is maar één persoon, die vooral voor haar eigen gemak koos. In Lovenjoel liep het echter vol met medisch geschoolde mensen, professionelen die er dus van uitgingen dat wie de taal niet vlot beheerste mentaal zwakbegaafd was. De onderzoeken die ik me uit die periode herinner zijn eeg-onderzoeken, waarbij ze de hersenactiviteit maten. Wat gebeurde er met de resultaten daarvan, vraag ik me nog steeds af. Het was natuurlijk een andere tijd, maar dat je een kind met dyslexie als zwakbegaafd bestempelt, blijft onbegrijpelijk en onvergeeflijk.’

Zuster Gilberta

‘Na mijn Lovenjoel-jaren ging ik in Don Bosco Groenveld in Heverlee een opleiding voor kinderverzorgster volgen. Mijn leerkracht Nederlands merkte onmiddellijk dat ik dyslectisch was. Zuster Gilberta, de opvoedster van de school, heeft mij toen geholpen. Met het nodige zweet en vooral veel doorzettingskracht heb ik mijn diploma behaald. Ik heb nog altijd een goed contact met zuster Gilberta, want het is dankzij mensen zoals zij, dankzij hun aandacht, dat kinderen met leerproblemen een opleiding toch succesvol kunnen afronden.’

Rugzak voor het leven

‘Omwille van mijn parcours kampte ik lang met een laag zelfbeeld. Ik bleef me schamen over mijn lees-, schrijf- en rekenproblemen. Altijd zocht ik uitvluchten: bril niet bij, ik lees het straks thuis wel … Wat vooral erg lastig was, is dat ik mijn eigen dochter niet kon helpen met haar huiswerk. Gelukkig heb ik een goede man die mij blijft steunen. Want zo’n stoornis lost zich niet op met de jaren, het blijft een rugzak die je je hele leven moet meezeulen.’

‘Met deze getuigenis wil ik graag een oproep doen aan iedereen die omgaat met kinderen die met een leerstoornis kampen. Luister naar hen, sta open voor het onverwachte, schenk hen alle aandacht, alle kansen waar ze recht op hebben, zodat hun levensparcours beter verloopt dan het mijne.’

Tekst: Karla Stoefs
Foto: © André Depreter
Uit: uitgekamd oktober 2022

Meer nieuws

  • Vacature verantwoordelijke gemeenschapscentrum

    03/07/24

    Voor GC de Kam in Wezembeek-Oppem zoeken we een verantwoordelijke voor het gemeenschapscentrum. Wil jij graag een job waarin je kan focussen op gemeenschapswerking en waarbij je de leiding hebt over een klein team van 6 medewerkers, dan is deze job iets voor jou.

  • Vacature stafmedewerker ICT

    28/06/24

    Vzw ‘de Rand’ zoekt een enthousiaste collega die energie krijgt van het inzetten van zijn/haar globale ICT-skills in een uitdagende en multisite (#8 locaties) omgeving. Onze ideale collega is een teamspeler die zelfstandig werkt en ook regelmatig op pad is om technische ondersteuning te bieden en ICT-oplossingen te implementeren op verschillende locaties. Daarom moet de stafmedewerker ICT op maat kunnen communiceren met collega's en externe stakeholders, én kennis kunnen overbrengen over nieuwe technologieën en ICT-oplossingen.

  • Een bewogen geschiedenis

    31/05/24

    Terugblik op 43 jaar Gordel

    Op zondag 1 september trekt de Gordel door de Rand. Wat in 1981 begon als een politiek burgerinitiatief met sportieve inslag, is nu eerder een sportief evenement met politieke bijklank. In de jaren 90 en 2000 was het een massa-evenement dat zijn gelijke niet kende. Gordels vast voor een terugblik.