Olivier Nomen benoemd tot operationeel directeur van IMPS De Smurfen
01/03/23
Stel je voor. Je keek vroeger vol bewondering naar ‘De Smurfen’ en werkt nu mee achter de schermen. Dat doet Olivier Nomen sinds februari als operationeel directeur bij IMPS De Smurfen. Zijn passie voor animatiefilms begon al in zijn studententijd. Vijf jaar geleden resulteerde dat in zijn eigen onafhankelijk productiehuis Bardaf.
Olivier Nomen komt oorspronkelijk uit Catalonië. ‘Ik ben geboren in Barcelona, maar toen ik zeven werd, verhuisden mijn ouders naar België’, zegt hij. Daardoor spreekt hij vlot Nederlands. ‘In Spanje heerste toen de dictatuur van Franco. Mijn vader zocht een betere toekomst voor zijn kinderen.’ Olivier groeide op in België. Later studeerde hij voor handelsingenieur aan de business-school Solvay in Brussel. ‘Daar ontmoette ik mijn echtgenote Marie-Joëlle. Een deel van haar familie woonde in Wezembeek-Oppem. We vonden dat ook een mooie gemeente, dichtbij Brussel. Daarom zijn we hier komen wonen.’
Interesse in de filmindustrie had Olivier al tijdens zijn studies. Hij was verantwoordelijk voor het bedrijfsfilmfestival en zijn eindwerk ging over film. In 1994 startte hij met zijn eerste belangrijke baan bij Dupuis, de uitgever van Robbedoes. In de audioafdeling was hij er financieel en administratief verantwoordelijke. Daar maakten ze van strips animatiereeksen. ‘Zeven jaar later werd ik directeur van hun animatiestudio in Parijs. Daar leerde ik het hele proces van animatie kennen. Van het schrijven tot de geluidsopname. Daarna begon ik als coach voor andere producenten. Vooral Franse, omdat ik het Franse systeem ondertussen goed kende. Studio 100 heeft bijvoorbeeld een Frans filiaal, Studio 100 Animation, voor de productie van animatie. Ik hielp hen onder andere met de producties van Maya de Bij en Vic de Viking.
Elk project is anders. Technisch kan animatie variëren van 2D tot 3D, van stop-motion tot computeranimatie of een mix van alles. Maar ook het financieel onderzoek, de optimalisering van de subsidies, de contractonderhandelingen en de distributie zijn voor ieder project uniek. Die variatie maakt het werk boeiender.’
Begonnen uit passie
‘Uit passie begon ik in mijn vrije tijd met eigen producties voor originele filmprojecten. In 2018 richtte ik het onafhankelijke productiehuis Bardaf! op. België is te klein om de financiële kosten van zo’n productie te dragen’, licht Nomen toe. Daarom zijn de projecten van Bardaf! altijd samenwerkingen met andere landen. ‘Je vergroot daarmee ook het publiek en de verspreiding van het project.’
Dat passie en volharding nodig zijn, bewijst het hele proces. ‘Een animatiefilm maken, is complex en verloopt traag. Voor een film van een half uur ben je zeker twee jaar bezig. En dat met een hele ploeg mensen. Daarom kost zo’n film rond het miljoen euro’, zegt Nomen.
Maar hoe kom je aan dat geld? ‘Je moet inzetten op meerdere bronnen zoals subsidies, geld van de uitzenders, het voorschot van de distributeur. Andere spelers zoals streamingplatformen komen daar nu ook bij door de nieuwe Europese richtlijnen. Die richtlijnen verplichten hen om ook te investeren in lokale projecten.’ Van dat geld schiet er weinig over aan het einde van de rit. ‘Na de uitzending van de film moet je er nog commissielonen van aftrekken. Alle kosten moeten dus vooraf betaald zijn.’
Commercieel of prestigieus?
‘Filmzalen zijn belangrijk voor animatiefilms. Maar voor de animatiefilm Choums Odyssee hadden we pech. De film kwam uit in 2020, in volle coronacrisis. Alle zalen waren gesloten’, zegt Nomen. Toch werd de film een succes. Ook prijzen en nominaties openen deuren voor nieuwe projecten. ‘De film ontving al een vijftigtal internationale onderscheidingen en werd gelauwerd van de VS tot in Japan.’ Ook festivals zijn goed voor de promotie van animatiefilms, zoals het jaarlijkse festival Anima in Brussel en het JEF-festival in verschillende Belgische steden.
Tussen Europa en Amerika bestaat er een groot verschil. ‘Disney, Pixar en Warner beschouwen films als commerciële projecten. Europese en Belgische animatiefilms zijn meer prestigeprojecten omdat de makers er zo veel moeite in steken’, zegt Nomen. Belgische films krijgen vaak een grote financiële steun van de Belgische uitzenders. Op de internationale markt betaalt de uitzender soms per minuut zendtijd evenveel voor een film van hoge kwaliteit als voor één van middelmatige kwaliteit.’
De Smurfen
Olivier Nomen werkt sinds februari als operationeel directeur (coo) bij IMPS De Smurfen. ‘Het is een fantastische opportuniteit. De Smurfen zijn wereldwijd bekend. Momenteel wordt er gewerkt aan een nieuwe 3D-reeks van De Smurfen. Met spijt in het hart nam ik afscheid van al de mensen waarmee ik eerder werkte.’
Met Bardaf! werkt Olivier Nomen nog verder als freelancer, voor het plezier. Hoe ziet de toekomst eruit? ‘Van ons project De Boomhut, verhalen op basis van prentenboeken, maken we nog een Nederlandstalige versie. En we begonnen aan een project in samenwerking met de RTBF: een verhaal over Migali, een spinmeisje. Als ik echt voluit mag dromen, maken we in de toekomst misschien een animatiefilm voor volwassenen. Het genre verdient meer aandacht.’
Op de site van Bardaf! vind je alle animatie- en live-actionprojecten van Olivier terug. Choums Oddysee en Galactic Agency, een serie van 52 animatiefilms, zijn nu te zien op ketnet.
Meer info over Bardaf!: www.bardafproductions.be
Tekst: Karla Stoefs
Foto: © Tine De Wilde
Uit: uitgekamd maart 2023