Gemeenschapskrant

Meskerem Mees

09/11/22

Deze herfst verschijnt met Caesar haar nieuwe ep die ze na een resem buitenlandse speeldata ook in GC de Kam komt voorstellen. Ondanks de drukte houdt zangeres Meskerem Mees haar voeten stevig op de grond. Ze is in het dagelijkse leven even ontwapenend als op het podium.

© Filip Claessens

Als een dief in de nacht was ze er, de nachtegaal van Merendree. Van dat dorpje nabij Deinze is ze intussen naar het centrum van Gent verhuisd, waar ze zelf haar huur betaalt met wat ze verdient met haar muziek. Muziekarcheologen zullen over enkele decennia beweren dat ze een van de opvallendste Vlaamse succesproducten van de coronatijd was. Meer dan haar stem, een akoestische gitaar en wat begeleidende celloklanken – eerst van Febe Lazou, tegenwoordig van Frederik Daelemans – had ze in die onrustige periode immers niet nodig om haar publiek quasi argeloos te ontroeren. Dat deed ze met rustgevende Engelstalige folkpopliedjes, die zich zonder forceren een weg in je hersenpan spinnen. Zelf bleef ze er bloednuchter onder. ‘Ik vind wat ik doe niet superspeciaal, misschien omdat ik nooit het gevoel heb gehad dat ik er hard voor heb moeten werken of mijn volledige potentieel al heb bereikt’, klonk het vlak na de doorbraak.

Na een eerste publieke verschijning in Junior Eurosong – Ronny Mosuse noemde haar toen de Vlaamse Nina Simone – trad ze eind 2019 opnieuw op de voorgrond als een van de laureaten van de Sound Track-talentenjacht. Tijdens de pandemie zou haar ster ten volle rijzen. Eerst scoorde ze met Joe een hit die door haast alle radiostations opgepikt werd, waarna ze Humo’s Rock Rally won en uitgroeide tot de meest gevraagde artieste van de meest bescheiden Vlaamse festivalzomer sinds mensenheugenis. Zomerbars en andere kleinschalige corona-initiatieven deden hun voordeel met haar akoestische luistermuziek, die zonder voorbedachtheid op maat gesneden was van een zittend publiek.

Schoolmoe liedjestalent

‘We hebben ons inderdaad makkelijk kunnen aanpassen aan de constant veranderende omstandigheden. Als je met twee muzikanten op het podium staat, is dat geen onoverkomelijke opdracht. Daar komt bij dat er door corona plots meer ruimte was voor Belgische bands. Daar heb ik mee van kunnen profiteren. In die twee ‘stille’ jaren heb ik mijn plekje verdiend, en daar pluk ik nu nog steeds de vruchten van. Ik besef heel goed dat ik mij in een unieke situatie bevond.’ In plaats van te mokken ging ze tijdens de lockdowns wandelen en was ze het klankbord voor vrienden die het harder te verduren hadden. Ze leerde viool spelen en Duits spreken. Maar vergis je niet, ondanks haar grote relativeringsvermogen zijn de voorbije jaren een rollercoaster geweest voor de zangeres met Ethiopische roots. Nog voor haar eerste levensjaar werd ze geadopteerd door Vlamingen. Mees begon liedjes te componeren in de dorpsmuziekschool. ‘Om het leuk te maken voor mezelf verzon ik er meteen tekst bij.’ Tot een echte artistieke ontbolstering kwam het pas tijdens een creatieve opleiding in het Deense Vestjylland, die ze - schoolmoe - na het middelbaar had aangevat. ‘Voor het vak muziek moest ik er volledige nummers uitwerken. Docenten vertelden me ervoor het eerst dat mijn liedjes mooi en emotioneel waren. Ik merkte dat ik er mensen mee kon raken.’

Van toeten noch blazen

Daarna is het snel gegaan. ‘In het begin wist ik echt van toeten noch blazen. Wat het leven als artiest precies inhield, ik heb er lang het raden naar gehad. Eerst op wat kleinschaligere versies van grotere festivals spelen is goed geweest voor mijn zelfvertrouwen. Ik werd niet direct voor de leeuwen gegooid en kon meegroeien met mijn publiek.’ Tegelijk probeerde ze de omwenteling in haar jonge leven niet te veel aan haar hart te laten komen. ‘Ik ben nog maar net bezig met muzikant zijn. Ik heb niet het gevoel dat ik een definitieve keuze gemaakt heb. Ik ben er ingerold en voel me zeker niet verplicht om dit de rest van mijn leven te blijven doen. Ik kan altijd opnieuw gaan studeren (door het succes brak ze eerder haar opleiding voor leerkracht secundair onderwijs af aan de Arteveldehogeschool, red.), en als ik de huur niet meer zou kunnen betalen, kan ik terug bij mijn ouders gaan wonen.’

Daar is vooralsnog geen sprake van. Begin dit jaar werd ze op het showcasefestival Eurosonic nog bekroond met een van de belangrijkste Europese muziekprijzen voor opkomend talent. Tijdens de voorbije zomer brachten internationale zomerfestivals routine in haar leven. ‘Dat klinkt misschien raar, maar ze vallen meestal in het weekend, dus had ik in de week wat meer vrije tijd en een vakantiegevoel. Het is leuk om op festivals te spelen waar je nog nooit geweest bent als bezoeker. In veel gevallen speelden we vrij vroeg op de middag, zodat we nog andere optredens konden zien.’

Papieren kroon

Met sommige Belgische festivals onderhoudt Mees een nauwere band. Vooral Gent Jazz was bijzonder. Ze speelde er één dag voor haar 23e verjaardag en werd er - zichtbaar aangedaan - welkom geheten door de festivalmedewerkers met een groot spandoek. Halfweg haar set kreeg ze een papieren kroon toegestopt die ze de rest van het concert trots ophield. Artiesten die verknocht zijn aan hun uitgekiende imago zullen haar dit niet meteen nadoen, maar bij Mees paste deze kapsonevrije kroon als bij een buurmeisje. ‘Op Gent Jazz heb ik drie jaar gewerkt als vrijwilliger. Terugkomen als artiest is supertof, maar ook een beetje raar: het ene jaar kuis je ’s ochtends de tafeltjes af en ledig je de glasbakken, het andere sta je op dat grote podium. Op zich is het natuurlijk keigrappig om een festival meegemaakt te hebben als bezoeker, als vrijwilliger én als artiest! Op Rock Werchter mocht ik de coronaversie doen en ook daar had ik vroeger meegewerkt. Ik was er aan de slag voor een evenementenbureau en moest mee de VIP-ingang bewaken. Ik straalde niet zo veel gezag uit. Je ziet direct aan mij dat ik niet supersterk ben of zo (lacht), maar naast mij stond iemand van een veiligheidsfirma. Dat was erg relaxed, en met een goeie shift kon ik de hoofdacts nog meepikken.’

Haar debuutalbum Julius wordt deze maand opgevolgd door de – eveneens door Koen Gisen geproduceerde ep – Caesar. Daarop staan naast oud, nieuw en onuitgebracht materiaal ook de singles Best friend en Cod liver oil and orange juice, een cover van de Schotse cultsong van Hamish Imlach. Misschien nog opvallender is het rauwe The city, dat ze in 2017 al in haar slaapkamer in Merendree opnam. Al dromend van het leven dat ze nu volop leidt?

Tekst: Tom Peeters
Foto: © Filip Claessens
Uit: uitgekamd november 2022

Meer nieuws

  • Gemeenschapskrant

    ‘Soms moet je je hart volgen’

    04/04/24

    Poolse bakker Lukas Kozik

    In een vorig leven werkte Lukas Kozik (45 jaar) als informaticus, onder andere bij de Europese Commissie en voor verschillende grote bedrijven. Sinds enkele maanden verkoopt hij brood en andere lekkernijen vanuit zijn foodtruck, als Lukas The Baker. Je vindt hem op zondagochtend op de parkeerplaats van apotheker Jansen-Ceuppens in de Lange Eikstraat 8.

  • Gemeenschapskrant

    ‘Het is zoveel meer dan met treintjes spelen’

    04/04/24

    Eddy Verbraecken (73) is liefhebber van modeltreinen

    Modeltreinen zijn al jaar en dag een passie voor Eddy Verbraecken (73). Thuis heeft hij een vitrinekast vol staan. En daar blijft het niet bij, want iedere week bouwt hij mee aan een indrukwekkende modelbaan in Leefdaal. ‘Alleen is zoiets niet te betalen’, vertelt Eddy.

  • Gemeenschapskrant

    Light Drum, een woordeloze spektakelshow van AkroPercu

    04/04/24

    Een droomwereld van lichtspel en percussie

    Cultuurvoorstellingen krijgen voor het gemak van de toeschouwer een label: muziek, theater, humor … De energieke heren en dame van AkroPercu, die deze maand naar de Kam komen, laten zich niet vangen in één hokje. Verwacht een totaalspektakel waar de energie van afspat, met licht en percussie in de hoofdrollen.